Fotoverslag Kortrijk
Het verdriet van België speelt zich voor een deel af in Walle, waar de familie Seynaeve woont. In het verhaal is dit een stadje in West-Vlaanderen; in werkelijkheid is Walle een wijk in de West-Vlaamse stad Kortrijk, waar Hugo Claus in zijn jeugd zelf woonde. Eén van ons heeft een uitstapje naar het prachtige Kortrijk gemaakt, en ging op zoek naar de voetsporen van Louis.
“Hij had Vlieghe kunnen onderwijzen, uitleggen, bewijzen hoe hij, Louis, die door een griezelig toeval in het Gesticht was beland, hier in Walle, zijn eigen stad, zijn natuurlijke omgeving teruggevonden had.”
“En de auto komt in de Oudenaardse Steenweg gereden en sputtert en valt stil voor de deur waar Mama op de drempel staat te rillen […].”
“De ammoniaklucht in de veranda van de Filips van Elzaslaan. De deur van de wc staat altijd open.”
“‘Daarbij, de Amerikanen kennen maar een politiek, die van het geld verdienen.'”
“Toen bleek dat Papa zijn bonnen vergeten had. Met die van Louis konden ze nog net twee grote sandwiches met jam krijgen. ‘Ziet ge hoever wij al verengelst zijn, sand-wietjes’.”
“Hij was in de loop van de week al ettelijke keren naar de gebouwen met de torens gaan kijken, eigendom van de bisschop van Brugge. Koning Leopold de Eerste, had Peter verteld, had er de eerste prijsuitreiking bijgewoond en het College had staatsmannen, wetenschappers, dichters, grote nijveraars voortgebracht.”
“De nacht van de ramp in het Gesticht van Haarbeke had Amadeus voor het eerst sinds jaren in zijn bed gepist, de dagen daarop wou hij niet meer eten of drinken en toen was hij ontsnapt, men had hem pas een week later teruggevonden, kilometers van het ouderlijke huis. Hij lag voorover met zijn mond in een ondiep plasje kleiwater, een tros veldmuizen kroop uit zijn buik.”
“Hadden de overwinnaars van 1302 na de Guldensporenslag in Kortrijk iets uitgeroepen, een soort onafhankelijk graafschap?”
“Guido Gezelle wandelde voorbij, hij had een waterhoofd en fluisterde volkse rijmpjes voor zich uit. Alleen maar door een bakstenen wand van ons gescheiden blijft hij bij de gevel staan […].”
“Mama had de engel al die tijd verbannen en verborgen in haar streek van Deinze, tussen de verspreide stamgenoten van de Bossuyts, tot zij hem nodig had.”
“‘In de bek van de haan,’ zei Louis. ‘De Fransman is een haan. De leeuw, dat is voor Vlaanderen en Engeland.'”
“Nonkel Florent reed hen in een Chevrolet naar de schouwburg. Hij wou zelf niet naar het Gala. Dat was niks voor hem, zei hij, volwassen mensen die doen alsof ze Chinezen zijn en zingen dat ze dood gaan of verliefd zijn.”