Artikels
De Vlaming staat te kakken
door Saskia Veen
Nonkel Omer consumeert een maandverbandje, Raf knabbelt op een slipje en Louis bedwingt ‘gekolk’ van diarree. Het verdriet van België is grinniken en gruwelen. Toch druipt het vuil niet alleen ter vermaak van de pagina’s. Claus laat juist die personages die een vlucht willen nemen het diepst in de stront zakken.
Het is een smerig ritueel. Om lid te worden van de heilige Apostelen moet Goossens ondergaan dat er over hem heen gepiest wordt. Daarna knijpen zijn nieuwe vriendjes hem stevig in zijn blote billen. De plechtigheid wordt bezegeld op religieuze wijze: ‘Toen de huid bevlekt was met rode streepjes, zei Louis: “Amen.”’ (50) Het verlangen naar iets hogers, iets zuivers – zoals lid worden van een ‘heilige’ vriendengroep – speelt een hoofdrol in Het verdriet van België, maar aan de uitvoering hangt vaak een luchtje.
In de momenten waarop het vuil om de hoek komt is een patroon te ontdekken. De ‘bloedprocessie’, kots, pis, diarree en de geur van vrouwelijke ‘geschifte mayonaise’ spatten in het rond wanneer een personage het te hoog in de bol krijgt, of er een verheven gedachte op nahoudt. Dit moment van (vermeend) inzicht tackelt Claus met een triviale gebeurtenis. Zo ook op pagina 330: een uiteenzetting over Descartes wordt verstoord als de dienstmeid de deur opent en roept: ‘“Het vertrek zit verstopt.”’ Een grotesk en droogkomisch effect is het gevolg – Claus spreekt zelf van ‘slapstick’ – en ieder streven van een Vlaming om zijn leven naar een hoger plan te tillen voelt absurd.
De (aan)drang
Waar komt dit (mislukte) streven naar zuiverheid vandaan bij enkele belangrijke personages in Het verdriet van België? Sommige zogeheten flaminganten hebben het spreken van ‘schoon-Vlaams’ tot speerpunt gemaakt. Als België in 1830 een onafhankelijk land wordt, verscherpt de tweedeling tussen de Franstalige heersende klasse en een zich ondergewaardeerd voelend Vlaamstalig volk. Uit onvrede over deze ongelijkwaardige verhouding tussen beide groepen komt de Vlaamse Beweging voort. In de vroege 20e eeuw is nationalisme en een nu controversieel verlangen naar een uniform, Germaans ras in opkomst. Een zuiver Vlaamse taal, zonder Franse woorden, past in de ogen van deze Vlamingen bij een onafhankelijk volk.
Wie niet op de hoogte is van dit verlangen naar een niet-hybride taal zal een belangrijke betekenislaag in Het verdriet van België ontgaan. Twee centrale personages kunnen we op dit gebied met recht een zuiverheidsneurose toeschrijven: Hubert ‘Peter’ Seynaeve en – hem spiegelend – zijn kleinzoon Louis.
In Vlaanderen Vlaams!
Peter is de grootvader van hoofdpersoon Louis. Hij staat erop onder alle omstandigheden geen Frans, maar schoon-Vlaams te spreken: ‘In Vlaanderen Vlaams!’ (23). Peters zuiverheidsobsessie beperkt zich niet tot de taal, maar is ook af te zien aan hoe hij voor de dag komt. Op de schoenen van deze strenge schoolinspecteur ligt geen stofje. Zijn hoofd zit ‘vastgeschroefd in een celluloid boord’ (15). Peter Seynaeve is, kortom, een strenge man die zichzelf en anderen beperkingen oplegt.
Peters idealisme sneuvelt wanneer zijn laatste dagen geteld zijn en hij in een hospitaal wordt verzorgd. Op het moment dat de dementie bij hem toeslaat laat ‘hij die altijd zei: “Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Christus!”’ (656) de teugels vieren. Jaren aan geforceerde keurigheid worden teniet gedaan in ‘een beerput’ aan vuile praat – en het ergste nog, hij roept in het Frans. “Je vais t’enculer,” komt er uit zijn mond, en ze moeten hem ‘een pilleke’ geven ‘die de tong bevriest.’ (656) Ironisch genoeg wordt materieel tegen vuil zijn dood: Peter stikt in een sponsje.
Constipatie leidt tot beerput
Louis Seynaeve spiegelt zijn grootvader in zijn streven naar een taal zuiver van invloeden. Zo signaleert zijn moeder bij hem: “Gij begint hoe langer hoe meer als uw Peter te spreken, (…) met die stadhuiswoorden.” (255) De andere kinderen op het internaat lachen hem uit om zijn nette uitspraak. Louis neemt de normen van zijn grootvader over en noemt hen ‘achterlijke boeren en Hottentotten’ (15). Eveneens net als Peter houdt hij de aangeleerde houding niet vol. Hij wordt ‘vuiler’ naarmate de tijd verstrijkt. Als puber krijgt Louis vieze praatjes en zijn grootmoeder Meerke roept naar hem dat hij ‘versmerigt met de dag’. (645)
Smetjes op de reputatie
De zuiverheidsgedachte leidt niet alleen tot het streven naar een bepaalde taal. In deze roman lees je dat ook de obsessie met een zuiver ‘ras’ tijdens de Tweede Wereldoorlog in Vlaanderen voor ellende zorgt. Sommige Vlamingen, als de familie Seynaeve, werken uit idealisme mee met de bezetters. Die zijn zuivere koffie, want volgens Papa ‘“(…) van een Germaans broedervolk.’” (356)
Het ‘vuil’ kleeft daarentegen aan de Fransen (81, 102, 246, et cetera). Niet alleen vanwege hun decadente gewoontes, maar ook omwille van de verkeerde roots: ‘Romaans is Frans. Wij zijn Germaans’ (246). Sommige Vlamingen hopen dan ook dat de Duitsers hen zullen bevrijden van de vuile Franse invloeden. Deze obsessie met zuiverheid loopt ook hier slecht af: na de bevrijding eindigt de vader van Louis in de gevangenis.
‘“Een serieuze mens, wast zijn voeten twee keer per week”’ (570), laat Claus de moeder van Louis zeggen. De schrijver zet de Vlamingen hier en daar neer als eenvoudige mensen die zich door boerenwijsheden laten leiden. In vroege interviews met Claus (bijvoorbeeld Humo 18-02-1962) kun je dan ook lezen dat hij de Vlamingen een dom volk vindt. Met Het verdriet zet hij zijn mede-Vlamingen echter niet zomaar alleen ‘te kakken’. Hij laat ook zien dat het – ondanks de collaboratie – geen slecht volk is, maar vooral een naïef volk. De lezer kan dit interpreteren als een oorzaak, maar ook als verzachtende omstandigheid voor het ‘foute’ gedrag van de Vlaming.
Kortom
Een zuiverheidsobsessie – daar komt niets goeds uit voort. Met Peter als sterkste voorbeeld zien we dat dit uitloopt op een fiasco, omdat het geforceerd en krampachtig is. De verbale constipatie veroorzaakt een uitspatting aan naïef en verkeerd gedrag. Claus zet – mét compassie – de Vlaming te kakken.
… MEER OVER het schrijverschap van Hugo Claus lees je in ‘Het verdriet van België: een episch gedicht’
Literatuur
- Absillis, Kevin. ‘Hugo Claus en het verdriet van de puristen’. In: De plicht van de dichter: Hugo Claus en de politiek. Antwerpen: De Bezige Bij, 2013, p. 170-196.
- Claus, Hugo. ‘HUMO sprak met Hugo CLAUS’. In: Humo 18 januari 1962. Web.
- Piryns, Piet. ‘Hugo Claus’. In: Er is nog zo veel ongezegd: vraaggesprekken met schrijvers. Antwerpen: Houtekiet, 1988, p. 29-40.
- Vanasten, Stéphanie. ‘Groteske interfaces in Het verdriet van België’. In: Neerlandistiek de grenzen voorbij. Handelingen Vijftiende Colloquium Neerlandicum. Woubrugge: Internationale Vereniging voor Neerlandistiek, 2004, p. 365-375.