Samenvatting
Deel I: HET VERDRIET
De elfjarige Louis Seynaeve zit samen met zijn vrienden Vlieghe, Dondeyne en Byttebier op een katholiek internaat in Haarbeke. De jongens noemen zichzelf “de vier Apostelen” en halen flink wat kattenkwaad uit. Zo kijken ze bijvoorbeeld regelmatig hun zeven “Verboden Boeken” in. Het is Louis die zichzelf als de leider van de groep beschouwt en zijn vrienden maar al te vaak zijn vele fantasierijke leugens laat geloven. Zodoende geeft hij zichzelf het imago de wijste van de vier te zijn. De gevoelens die hij voor Vlieghe koestert, begrijpt hij niet en dat deze keer op keer onbeantwoord blijven, frustreert hem enorm. Ook ergert hij zich aan zijn gebrek aan kennis van de taal die volwassenen beheersen. Zo is hij furieus wanneer hij van één van de nonnen die het internaat leiden, uitgelegd krijgt dat zijn moeder niet daadwerkelijk van de trap gevallen is, maar zwanger blijkt te zijn. Louis is dan ook enorm gekrenkt zodra hij zich realiseert dat volwassenen in staat zijn hem voor de gek te houden. De jongen die zo graag belangrijk en intelligent gevonden wil worden, beslist zich voortaan achter een glimlach te verschuilen, zodat niemand ooit te weten zal komen wat er in hem omgaat.
Elke keer wanneer hij na een vakantie terugkeert naar het internaat, merkt Louis dat de machtsverhoudingen tussen hem en zijn vrienden veranderen. Zo wordt tegen Louis’ zin in klasgenoot Goossens de vijfde Apostel en geloven zijn kameraden zijn leugens niet meer. Het feit dat ze zijn autoriteit ondermijnen, maakt hem zo woedend dat hij beslist wraak te nemen: hij haalt zijn vrienden over Vlieghe te vernederen. Ondertussen nadert de Tweede Wereldoorlog en besluiten Louis’ ouders hem van het internaat te halen. Voordat hij naar huis vertrekt en zijn geliefde Vlieghe jarenlang niet meer zal zien, verzoenen de jongens zich met elkaar.
Deel II: VAN BELGIË
Eenmaal herenigd met zijn familie in Walle, gaat Louis naar het College. Wanneer hij ervan beschuldigd wordt plagiaat te hebben gepleegd, blijkt het liegen inmiddels deel van hem te zijn geworden: hij bekent merkwaardig genoeg schuldig te zijn terwijl het tegenovergestelde waar is. Hoewel hij midden in zijn puberteit zit en over van alles twijfelt, wordt Louis ook steeds pedanter. Zo corrigeert hij anderen regelmatig in hun taalgebruik. Van één ding is hij in ieder geval zeker: hij wil schrijver worden.
Nu Vlaanderen inmiddels bezet is, keert Staf (de vader van Louis) terug uit Frankrijk waar hij naartoe gevlucht was. Het was hem immers te heet onder de voeten geworden, aangezien men hem ervan verdacht nazigezind te zijn. Al snel krijgt hij door dat hij met het werk in zijn drukkerij niet in staat is zijn familie te onderhouden en zodoende begint Louis’ moeder bij de ERLA-fabriek te werken. Met haar baan als secretaresse van Herr Lausengier beschikt ze over aardig wat macht. Zo verhindert Constance (de moeder van Louis) bijvoorbeeld dat een neef van de Kei (Louis’ mentor op het College) als werkkracht naar Duitsland gezonden wordt. Hiermee bewerkstelligt ze dat de rebelse Louis weer welkom is op het College na geschorst te zijn geweest.
Zonder zijn ouders ervan op de hoogte te brengen, wordt Louis lid van de NSJV. Nadat hij meerdere malen wordt uitgelachen door de andere leden en zich gekleineerd voelt, beëindigt hij uiteindelijk zijn lidmaatschap. Zijn opstandigheid wordt er niet minder op: wanneer hij achter de liefdesaffaire van zijn moeder en Herr Lausengier komt, licht hij zijn vader hierover in, wat thuis een gigantische crisis veroorzaakt. Later blijkt de minnaar van Constance naar het Oostfront gestuurd te worden. Dit doet haar immens verdriet. Zelf wordt Louis ook gekwetst wanneer Simone, het meisje waar hij verliefd op is, een meer volwassen man met meer levenservaring boven hem verkiest. Louis, die enkel over wijsheden uit boeken beschikt, voelt zich weer vernederd. Overigens doet hij later wel degelijk nieuwe levenservaring op: wanneer hij op familiebezoek is, heeft hij voor het eerst in zijn leven geslachtsgemeenschap, en dit met zijn tante.
Louis’ behoefte aan persoonlijke ontwikkeling wordt steeds groter en de onder het naziregime verboden moderne literatuur die hij leest, beïnvloedt zijn verdere ontwikkeling als schrijver. Door het lezen van deze literatuur doet hij ook kennis op over de tijdens de oorlog verrichte gruwelijkheden jegens de joden. Dit thema raakt hem diep.
De levens van de Seynaeves veranderen. Zodra het einde van de oorlog in zicht is, ziet Staf zich genoodzaakt onder te duiken en trekt Constance met haar zoon bij haar moeder in. Door zijn omgang met de geallieerden, die inmiddels in Bastegem zijn gestationeerd, spreekt de leergierige Louis al snel Engels. Zijn plannen om schrijver te worden zet hij ook nu door en hij schrijft een verhaal over zijn verblijf in het internaat in de hoop er een schrijfwedstrijd mee te winnen. Wanneer Staf in een gevangeniskamp terecht komt, doet Constance er alles aan om hem weer thuis te krijgen, wat uiteindelijk dan ook lukt.
Het motto ‘toujours sourire’ wordt door Louis verworpen wanneer de vader van Vlieghe hem bericht dat zijn kameraad van vroeger overleden is. Nadat hij een door Vlieghe geschreven afscheidsbrief krijgt met uitleg erin dat hij altijd van Louis gehouden heeft, realiseert hij zich dat het zich schuilhouden achter een glimlach het verlies van waardevolle momenten in het leven teweeg brengt.
Uiteindelijk wordt Louis’ behoefte aan zelfstandigheid vervuld. ‘Het verdriet’, zijn verhaal over zijn verblijf in het internaat, wordt gepubliceerd en zijn wens schrijver te worden, komt uit.
Bronnen
- Claus, Hugo. Het verdriet van België. Amsterdam: De Bezige Bij, 1983.
- Scholieren.com