Verklarende woordenlijst
Voorbeeld:
crapuul tuig, uitschot (2) crapuleus
woord betekenis (bron) [zie verantwoording onderaan] variant
A
à volonté zoveel men wil (1)
affaires zaken (2)
affront belediging (1)
affronteren, geaffronteerd
affuit verrijdbaar onderstel voor een kanon (2)
appreciëren waarderen (2)
arduin steensoort (7)
arrangeren regelen, fiksen (1)
ascenseur lift (5)
attaqueren aanvallen (2)
B
baiser kus (1)
baldakijn soort overkapping (2)
bijous juwelen (1)
binst terwijl; ondertussen (1)
bloedprocessie jaarlijkse processie in Brugge; menstruatie
borzoi windhond (2)
bottines schoenen (1)
botten, bottinen
brevier gebedenboek (2)
brousse oerwoud (1)
C
cahier schrift; tijdschrift (2)
camion vrachtwagen (1)
camionnette
caoutchouc rubbersoort (1)
capitonneren met stof bekleden (2)
gecapitonneerd
chance geluk (1)
charel penis (1)
combinaison onderjurk (7)
comme-il-faut zoals het hoort
commerçant zakenman (1)
commerce
complimenten groeten (4)
congé vakantie, verlof (1)
consciëntieus zorgvuldig (2)
content tevreden, blij (1)
contentement
contrarie integendeel; tegenovergestelde (1)
crapuul tuig, uitschot (2)
crapuleus
curieus vreemd; nieuwsgierig (2)
D
deemster schemer (1)
Dinaso Verbond van Dietsche NationaalSolidaristen, fascistische partij
drapeau vlag (7)
duts sukkeltje (1)
dwarsen oversteken (1)
E
edredon donsdeken (1)
eindmeet finishlijn (2)
embrasseren omhelzen (1)
encycliek brief van paus aan gelovigen (2)
erudiet ontwikkeld, intellectueel (2)
expliqueren uitleggen, toelichten (1)
F
facteur postbode (1)
fameus geweldig; beroemd (2)
Farizeeër schijnheilige (2)
fêteren trakteren (2)
flamingant Vlaamsgezind; voorstander van de Vlaamse beweging (2)
flaminganterie
foefelen prutsen (1)
folie opwelling, ongebruikelijke actie (1)
fourchette vork (2)
franskiljon Fransgezind, Fransgezinde Vlaming (beledigend) (1)
frazelen murmelen (2)
G
gaarne zien houden van (1)
gazet krant, dagblad (2)
gebenedijd helemaal geen (1)
gebinte balkwerk, dakspanten (5)
Gefreiter militaire rang
gepeperd pittig, pikant (2)
gewijde geschiedenis Bijbelstudie (3)
goedertierenheid barmhartigheid (5)
goesting zin (1)
greiten uitlachen (1)
H
heernonkel oom die geestelijke is (2)
hertefretten vitten (1)
hesp ham (1)
histoire verhaal, geschiedenis (1)
I
inciviek collaborateur (1)
indecent aanstootgevend (7)
intronisatie inwijding, inhuldiging (7)
K
kazemat bunker (2)
klissen aanhouden, arresteren (1)
Kol Nidrei “alle geloften”, openingswoorden Joodse dienst op Jom Kippoer
koleire boosheid, woedeaanval (1)
konkelfoezen smoezen (1)
gekonkelfoes
kouten kletsen, praten (1)
kozijn neef (1)
KSA Katholieke Studenten Actie
kuisen schoonmaken (1)
kuisjeukte, droogkuis
kwetsuur verwonding (2)
kwezel sufferd (2)
L
lamentabel betreurenswaardig (1)
lavalliere soort stropdas (2)
lijk zoals (6)
lumbago spit, rugpijn (2)
M
macadam soort wegdek (1)
marmite ketel, kookpot (1)
mastel rond gebak dat lijkt op een donut (1)
matrak wapenstok (2)
mille-feuilles tompoes (7)
mise-en-plis kunstmatige krulling van het haar (2)
miserie ellende (1)
mismeesteren verkeerde medische behandeling geven (1)
monkelen glimlachen; mompelen (1)
N
Nerviërs Belgische stam
neuten zeuren (1)
nevens naast (2)
nobiljon adellijke (7)
nondedju vloek, krachtterm (1)
nonde, dedju, dju
nonkel oom (7)
nonnenscheet gebakje, schuimpje (1)
O
ogief gotische spitsboog (2)
ontrieven ongemak bezorgen (2)
ootmoed nederigheid (2)
op schok op uitstap, van huis (1)
ouvreuse bioscoopmedewerkster (5)
ouwel hostie (2)
P
paravent kamerscherm (1)
passeren voorbijgaan, verlopen (1)
peignoir kamerjas (1)
peinzen denken (1)
peluwzak dekbed
peter peetvader (1)
dooppeter
pezewever zeveraar, zeurkous (1)
pieta afbeelding van Maria met het dode lichaam van Christus (2)
pompsteen gootsteen (1)
preutelikker klein hondje (1)
pronostiek voorspelling; voetbaltoto (1)
R
reclameren klagen (1)
refter eetzaal (2)
refuseren weigeren (1)
resumé samenvatting (2)
Rex katholieke fascistische partij
rexist
Roden Spaanse Republikeinen
S
sakkeren foeteren, mopperen (2)
schabouwelijk jammerlijk (1)
schamoteren toeren uithalen (1)
schmink make-up (1)
geschminkt
schoon mooi, goed (2)
schoontje
schruwelen schreeuwen, tieren (1)
smout vet, olie (2)
soutane priesterkleed (4)
staketsel pier op houten palen (1)
stiel beroep, specialisatie (1)
T
tas kopje (2)
telloor bord (1)
temerig dreinend (7)
Teutonen Germaanse stam (2)
Tommy Britse soldaat (2)
traineren slepen, vertragen; slingeren (2)
trunten flauw doen (1)
U
usance gewoonte (4)
V
valies bagagekoffer (2)
velo fiets (1)
verkerven bederven, verpeuterd (5)
verpinken aarzelen (2)
verschieten schrikken; opkijken (1)
verwaten arrogant (2)
vet dik; vuil, niet netjes, onkuis (1)
vette boeken, vet kalf
vide gelet op, vanwege (8)
vlam Vlaming
vogelen geslachtsgemeenschap hebben (1)
volant japon (2)
vrank vrijpostig (2)
W
wallebakken heel de nacht uitgaan (1)
windhaan huichelaar, wispelturig persoon (2)
Z
zeel dik koord, touw (1)
zever kwijl; onzin, flauwekul; gezeur (1)
zever in pakskes, zeveren
Verantwoording:
2. Woorden.
3. “De gewijde geschiedenis voor kleine kinderen in vragen en antwoorden”.
4. Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren.
5. Mijn Woordenboek: Puzzelwoordenboek.
6. Synoniemen.
7. Encyclo.